Hoofdlijnen wetswijzigingen arbeidsrecht per 1 januari 2024

Vanaf 1 januari 2024 worden een aantal wetswijzigingen op het gebied van arbeidsrecht doorgevoerd.

Meer over de belangrijkste wijzigingen lees je hier.

Minimumuurloon: invoering & verhoging

Invoering minimumuurloon & verhoging wettelijk minimumuurloon

Alle werknemers vanaf 21 jaar hebben recht op het wettelijk minimumloon. Dit is het loon dat de werknemer minimaal moet ontvangen voor het werk dat deze uitvoert. Voor werknemers jonger dan 21 jaar geldt het minimumjeugdloon. Tot en met het jaar 2023 werd het minimumloon vastgesteld per maand, week en dag. Omdat het minimumloon per maand hetzelfde is voor alle werknemers, verschilt het minimumloon per uur afhankelijk van de standaard werkweek.

Vanaf 1 januari 2024 verandert het wettelijk minimumloon in een wettelijk minimum uurloon. Dat betekent dat ongeacht het aantal uren dat de werkweek bedraagt, het wettelijk minimumuurloon altijd hetzelfde is. Het wettelijk minimumuurloon is vastgesteld aan de hand van de 36-urige werkweek en bedraagt € 13,27.

Ontwikkeling WML

Voorbeeld
Hanteer je in jouw organisatie een 40-urige werkweek, dan bedraagt het minimumloon sinds 1 juli 2023 € 11,51. Vanaf 1 januari 2024 moet dit minimaal € 13,27 zijn. Een stijging van 15,3%. Het wettelijk minimumloon geldt ook voor een aantal inkomsten die gekoppeld zijn aan het bruto uurloon zoals vergoedingen voor meerwerk en overwerk en toeslagen (ploegendiensten, onregelmatige werktijden en dergelijke).

Procentuele stijging WML

Procentuele ontwikkeling WML per 1 januari 2006 – 2024 visueel

Als werkgever ben je verplicht minimaal het wettelijk minimumuurloon uit te betalen. Doet je dat niet, dan kan de Nederlandse Arbeidsinspectie een boete opleggen en moet achterstallig loon alsnog betaald worden.

Meer weten over het wettelijk minimumuurloon en de rechten en plichten?
Lees meer

Wijziging uurlooncriterium lage inkomens voordeel (LIV)

Vanaf 1 januari 2024 worden de regels voor het ontvangen van het lage inkomensvoordeel (LIV) aangescherpt. Het LIV is een tegemoetkoming aan werkgevers, als deze mensen in dienst hebben die voldoen aan het criteria van een ‘laag loon’. Voor het jaar 2024 betekent dit dat de werkgever LIV ontvangt voor werknemers die gemiddeld gedurende het jaar niet meer hebben verdiend dan 104% van het wettelijk minimumloon (WML). Een tweede criterium waaraan voldaan moet worden, is dat de werknemer in het jaar 2024 minimaal 1248 uur moet werken voor de werkgever.

Als de werknemer aan beide criteria voldoet, ontvangt de werkgever per gewerkt uur € 0,49 aan LIV, met een maximum van € 960,- per jaar.

Het LIV bestaat sinds 2017 en houdt na 2024 op te bestaan. In de afgelopen jaren zijn de criteria al enkele malen aangescherpt. De combinatie van het nieuwe wettelijk minimum uurloon per 1 januari 2023 en de bovengrens van 104% van het WML zorgen ervoor dat een veel kleinere groep werknemers voor aanmerking zal komen voor LIV.

Ter vergelijking
In 2024 is de ondergrens voor toekenning van het lage inkomensvoordeel € 13,27 (het wettelijk minimum uurloon per 1 januari 2024). De bovengrens (104%) is € 13,80. In 2023 lagen deze grenzen nog op € 12,04 (ondergrens) en € 15,06 (bovengrens), waardoor veel meer werknemers binnen de grenzen vielen.

Heb je werknemers waar je dit jaar LIV voor ontvangt, dan is de kans aanwezig dat dit in 2024 niet meer het geval is vanwege deze wijziging.

Bedragen en belangrijkste voorwaarden LIV

Bedragen en belangrijkste voorwaarden LIV 2022 – 2025. Uurloongrenzen 2024 inmiddels bekend Bron: Belastingdienst

Aanpassing pensioenleeftijd

De overheid wil dat alle werkenden Nederlanders een goed pensioen opbouwen, Elke pensioenregeling is anders. Leeftijden waarop medewerkers pensioen op gaan bouwen kunnen per regeling verschillen. Vanaf 1 januari 2024 moeten alle medewerkers vanaf hun 18de pensioen gaan opbouwen.

Uitzendkrachten bouwden tot en met 2023 bijvoorbeeld pensioen op vanaf 21 jaar.

Meer weten over het pensioenakkoord?
Lees meer

Onbelaste reiskostenvergoeding omhoog

De maximale onbelaste reiskostenvergoeding voor zakelijk gemaakte reiskosten wordt verhoogd van € 0,21 naar € 0,23 per kilometer.

Lange tijd was de belastingvrije vergoeding voor reiskosten vastgesteld op € 0,19 per kilometer. De afgelopen jaren is de belastingvrije vergoeding voor reiskosten een aantal keren aangepast. Veel bedrijven passen de nieuwe tarieven direct toe om werknemers te compenseren voor hun reiskosten. Wil je ook € 0,23 vergoeden in 2024? Pas de tarieven dan tijdig aan in de administratie en profiteer van het belastingvoordeel. Een overzicht van het tarief in 2022, 2023 en 2024:

  • 2022: €0,19
  • 2023: €0,21
  • 2024: €0,23

Overige regels rondom de reiskostenvergoeding blijven gelijk. Reiskostenvergoeding is onderdeel van de inlenersbeloning. Eventuele uitzendmedewerkers hebben dus recht op dezelfde reiskostenvergoeding als vaste medewerkers. Verhoog je de reiskostenvergoeding voor vaste medewerkers, dan doe je dat indirect dus ook voor de uitzendmedewerkers die binnen jouw organisatie werken. Het is belangrijk een dergelijke wijziging door te geven aan de uitzendorganisatie.

STAP wordt SLIM

Sinds maart 2022 was het voor iedereen met een band tot de Nederlandse arbeidsmarkt mogelijk om onder voorwaarden, een STAP-budget (Stimulering Arbeidsmarkt Positie) van maximaal € 1.000,- aan te vragen voor scholing en ontwikkeling. Een laagdrempelig middel om de positie van Nederlandse burgers te versterken en zo goed inzetbaar te blijven op de arbeidsmarkt.

STAP kwam in de plaats van het aftrekken van studiekosten van de belasting. Dat was minder toegankelijk voor mensen met een lager inkomen, omdat zij de kosten van de opleiding niet altijd zelf konden voorschieten. De regeling wordt uitgevoerd door het UWV.

In 2023 kwam de STAP-subsidie onder druk te staan toen bleek da er te veel opleidingen zonder duidelijke meerwaarde voor de arbeidsmarkt werden gevolgd. Daarnaast verhoogden opleidingsinstituten de tarieven, omdat de overheid ‘toch wel zou betalen’. Er kwamen scherpere regels om het systeem te verbeteren. Toch zet het kabinet er vanwege bezuinigingen nu een streep door.

SLIM
Het STAP-budget verdwijnt in 2024. Doordat de regeling sinds de zomer gerichter wordt ingezet, blijft een deel van het budget over. Dit gaat naar een eenmalige uitbreiding van de SLIM-regeling. Die alleen aangevraagd kan worden door werkgevers in het MKB segment om zo een leerrijke werkomgeving in een bedrijf te scheppen of mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt een beroepsopleiding op maat te laten volgen.

De financiële ondersteuning van leren en ontwikkelen door de overheid bestaat vanaf 2024 uit twee delen:

  1. De SLIM-subsidie voor werkenden in het MKB.
  2. Doordat de STAP-subsidie de rest van 2023 met een kleiner budget wordt uitgevoerd, komt een bedrag vrij van 147 miljoen euro. Het kabinet gebruikt hiervan 73,7 miljoen euro om het budget voor de SLIM-subsidie te verhogen van 2024 tot en met 2027. Dit extra budget wordt ingezet voor individuele scholing, waarop burgers een beroep kunnen doen.

SLIM-regeling Stimuleringsregeling leren en ontwikkelen in MKB-ondernemingen
In het midden- en kleinbedrijf (MKB) is het minder dat medewerkers leren en ontwikkelen tijdens hun werk. In de landbouw, horeca en recreatiesector is het door seizoensarbeid lastig om een leerrijke werkomgeving te ontwikkelen. Met de SLIM-regeling wil het kabinet leren en ontwikkelen in het MKB vanzelfsprekend maken.

Subsidieregeling speciaal voor het MKB
De volgende 3 groepen mogen de SLIM regeling aanvragen:

  1. MKB-ondernemingen
  2. samenwerkingsverbanden in het MKB
  3. grootbedrijven uit de sectoren landbouw, horeca en recreatie.

Ga voor meer informatie en het aanvragen van de subsidie naar de website van de Rijksoverheid.

Aanpassing werkkostenregeling

De eerste schijf van de vrije ruimte van de werkkostenregeling wordt verlaagd van 3% naar 1,92%. Dit betekent dat je als werkgever minder mogelijkheden hebt om netto vergoedingen te betalen. Nu is dat nog 3% van de eerste € 400.000,- (= € 12.000,-), dat wordt vanaf 1 januari 2024 € 7.680,-.

Gevolg: als je als werkgever meer netto vergoedt dan mag, dan betaal je over het verschil 80% eindheffing (belasting). De netto vergoeding wordt daarmee veel duurder.


Main Points of Labor Law Amendments from January 1, 2024

Starting January 1, 2024, several amendments to labor law will be implemented.

Learn more about the key changes here. 

Minimum Hourly Wage: Implementation & Increasion

Implementation of Minimum Hourly Wage & Increase in Legal Minimum Hourly Wage

All employees aged 21 and above are entitled to the legal minimum wage. This is the minimum amount the employee must receive for the work performed. For employees under 21, the minimum youth wage applies. Until the year 2023, the minimum wage was determined per month, week, and day. Because the monthly minimum wage is the same for all employees, the minimum wage per hour varies depending on the standard workweek.

From January 1, 2024, the legal minimum wage will change to a legal minimum hourly wage. This means that regardless of the number of hours in the workweek, the legal minimum hourly wage remains the same. The legal minimum hourly wage is set based on a 36-hour workweek and amounts to €13.27.

Ontwikkeling WML

Example
If your organization follows a 40-hour workweek, the minimum wage since July 1, 2023, was €11.51. From January 1, 2024, it must be at least €13.27, representing a 15.3% increase. The legal minimum wage also applies to certain income linked to the gross hourly wage, such as compensation for overtime and additional hours, as well as allowances (shift work, irregular working hours, etc.).

Procentuele stijging WML

Percentage Development of Minimum Wage (WML) from January 1, 2006, to 2024 – Visual

As an employer, you are obligated to pay at least the legal minimum hourly wage. Failure to do so may result in a fine imposed by the Dutch Labor Inspectorate, and overdue wages must still be paid.

Learn more about the legal minimum hourly wage and rights and obligations?
Read more

Amendment to Hourly Wage Criterion for Low-Income Benefit (LIV)

Starting January 1, 2024, the rules for receiving the low-income benefit (LIV) will be tightened. The LIV is a subsidy to employers who have employees meeting the criteria of a ‘low wage.’ For the year 2024, this means that the employer will receive LIV for employees who, on average throughout the year, have not earned more than 104% of the statutory minimum wage (WML). A second criterion that must be met is that the employee must work a minimum of 1248 hours for the employer in the year 2024.

If the employee meets both criteria, the employer receives €0.49 of LIV per worked hour, with a maximum of €960 per year.

The LIV has been in existence since 2017 and will cease to exist after 2024. Over the past years, the criteria have been tightened several times. The combination of the new statutory minimum hourly wage as of January 1, 2023, and the upper limit of 104% of the WML means that a much smaller group of employees will qualify for LIV.

For comparison
In 2024, the lower limit for eligibility for the low-income benefit is €13.27 (the statutory minimum hourly wage as of January 1, 2024). The upper limit (104%) is €13.80. In 2023, these limits were €12.04 (lower limit) and €15.06 (upper limit), resulting in many more employees falling within the eligibility criteria.

If you have employees for whom you receive LIV this year, there is a chance that this will no longer be the case in 2024 due to these changes.

Bedragen en belangrijkste voorwaarden LIV

Amounts and Key Conditions for LIV 2022 – 2025. Hourly Wage Limits for 2024 Now Known. Source: Tax Authorities

Adjustment of Retirement Age

The government aims for all working Dutch citizens to build a secure pension. Every pension scheme is different, with varying ages at which employees start building their pensions. Starting January 1, 2024, all employees must begin accruing pension from the age of 18.

For example, temporary workers were building their pensions from the age of 21 until 2023.

Learn more about the pension agreement
Read more

Increase in Tax-Free Commuting Allowance

The maximum tax-free commuting allowance for business-related travel expenses is being raised from €0.21 to €0.23 per kilometer.

For a long time, the tax-free allowance for commuting costs was set at €0.19 per kilometer. Over the past few years, the tax-free allowance for commuting costs has been adjusted several times. Many companies promptly adopt the new rates to compensate employees for their travel expenses. Do you also want to provide a €0.23 allowance in 2024? Adjust the rates in your administration in a timely manner and take advantage of the tax benefit. An overview of the rate in 2022, 2023, and 2024:

  • 2022: €0.19
  • 2023: €0.21
  • 2024: €0.23

Other Rules Regarding Commuting Allowance Remain Unchanged. Commute allowance is part of the hirer’s reward. Any temporary employees are therefore entitled to the same commuting allowance as permanent employees. If you increase the commuting allowance for permanent employees, you indirectly do so for the temporary employees working within your organization. It is important to communicate such a change to the temporary staffing agency.

SLIM Replaces STAP

Since March 2022, anyone with a connection to the Dutch labor market could, under certain conditions, apply for a Skills Transition and Advancement Package (STAP) budget of up to €1,000 for education and development. It was a user-friendly tool to strengthen the position of Dutch citizens and remain highly employable in the job market.

STAP replaced the deduction of study costs from taxes, which was less accessible for people with lower incomes as they couldn’t always advance the costs of education themselves. The program is administered by the Employee Insurance Agency (UWV).

In 2023, the STAP subsidy faced challenges when it was found that too many courses without clear benefits for the job market were being pursued. Additionally, training institutes increased their fees, assuming the government would foot the bill. Stricter rules were introduced to improve the system, but due to budget constraints, the government is now discontinuing the program.

SLIM
The STAP budget disappears in 2024. As the program becomes more focused, a portion of the budget remains. This will be allocated to a one-time expansion of the SLIM program, which can only be applied for by employers in the SME sector. This aims to create a learning-rich environment within a company or provide tailored vocational training for individuals with vulnerable positions in the job market.

Government support for learning and development from 2024 consists of two parts:

  1. The SLIM subsidy for workers in SME segments.
  2. As the STAP subsidy is executed with a smaller budget for the remainder of 2023, a sum of €147 million becomes available. The government allocates €73.7 million of this to increase the budget for the SLIM subsidy from 2024 to 2027. This extra budget is used for individual training that citizens can access.

SLIM program: Stimulating Learning and Development in SME segments
In small and medium-sized enterprises (SME segments), employee learning and development are less common during work. In sectors such as agriculture, hospitality, and recreation, creating a learning-rich environment can be challenging due to seasonal work. With the SLIM program, the government aims to make learning and development in SME segments more commonplace.

A subsidy scheme specifically for SME segments
The following three groups can apply for the SLIM program:

  1. Companies in the SME segment
  2. Collaborations in SME segment
  3. Large companies in the sectors of agriculture, hospitality, and recreation.

For more information and to apply for the subsidy, visit the website of the Dutch government.

Adjustment of Work-Related Expenses Scheme

The first tier of the tax-free space in the work-related expenses scheme is reduced from 3% to 1.92%. This means that as an employer, you have fewer opportunities to provide net reimbursements. Currently, it is 3% of the first €400,000 (= €12,000), but from January 1, 2024, it will be €7,680.

Consequence: If you, as an employer, provide more net reimbursements than allowed, you will be subject to an 80% final levy (tax). This makes the net reimbursement significantly more expensive.

Contact met Adecco

Heb je vragen, neem contact op met Adecco

Naar contact